Volgens de ATEX-137 richtlijn1) dienen de specifieke risico’s die voorvloeien uit de explosieve atmosferen beoordeeld te worden. De in ReduRisc gebruikte methode is gebaseerd op de bij deze richtlijn behorende guide2).
Volgens deze guide dient iedere afzonderlijke explosiegevaarlijke plaats beoordeeld te worden. In het programma kan dit worden vastgelegd door middel van een foto of een tekening en/of een omschrijving. Het risico (de waarschijnlijkheid van een explosie en de daaruit voortkomende menselijke schade) wordt bepaald met de methode Guyric in combinatie met de methode van Fine & Kinney. De grootte van het risico wordt automatisch uitgerekend en uitgedrukt in een getal (de risicowaarde). In het programma kunnen alle risicobepalende factoren worden ingegeven, zoals de soort gevarenbron, het debiet van de gevarenbron, de aard van ontstekingsbron, ventilatiegegevens, alle relevante stofgegevens (explosiegrenzen, vlampunt, etc.), arbeids- en procedégegevens en de ernstgraad van de mogelijke gevolgen. Vervolgens kan worden aangegeven op welke wijze het explosiegevaar weggenomen kan worden of het risico van een explosie tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht kan worden. Uit de lijst met actuele normen kunnen de normen worden gekozen die hierbij behulpzaam kunnen zijn. Tenslotte kan worden aangegeven welke prioriteit aan de uitvoering van de risicobeperkende maatregel moet worden gegeven.
Zodra een risicoreducerende maatregel is uitgevoerd, kan in het programma worden aangegeven op welke wijze dit is gebeurd en kunnen bijbehorende tekeningen en andere documenten hierbij worden opgeslagen. Ter afsluiting kan het eventuele restrisico worden bepaald.